Geschiedenis

In de jaren negentig ontstond de behoefte om het laboratorium dichter bij het ziekenhuis te brengen. Dat leidde in 1996 tot twee zelfstandige organisaties, die ieder een ander deel van de medische diagnostiek bedienen: LabPON (pathologie) en Labmicta (medische microbiologie). In november 2013 verhuisden beide organisaties naar het huidige pand aan de Boerhaavelaan in Hengelo, pal naast het ZGT.

Antibiotica: nieuwe mogelijkheden

Voor de tweede wereldoorlog gingen microbiologische onderzoekingen veelal naar het Rijks Instituut voor de Volksgezondheid in Utrecht. Antibiotica bood nieuwe mogelijkheden! Het diagnosticeren van bacteriën (type en gevoeligheid) werd daardoor essentiëler. De afstand tussen inzender en het lab moest echter korter. Dus in 1947 opende in Enschede in het voormalig slachthuis aan de Volksparksingel het gemeentelijk bacteriologisch laboratorium.

Individuele diagnostiek en medische consulten

In de eerste jaren lag de focus op onderzoek naar tuberculose, tyfus, difterie en syfilis. In de jaren erna verschoof het accent naar diagnostisch onderzoek bij (ernstige) infecties van individuele patiënten en de consultieve begeleiding van hun behandelaren. Dit resulteerde in 1975 in de uitgave van Microbiologica: richtlijnen ter voorlichting en sturing van het gebruik van antimicrobiële middelen in de regio. In 1966 verhuisde het bacteriologisch laboratorium, samen met het pathologisch-anatomisch laboratorium en de GGD naar de Burgemeester Edo Bergsmalaan. Daar fuseerden in 1970 het streeklaboratorium voor de pathologie en het bacteriologisch laboratorium tot het ‘streeklaboratorium voor de pathologie en microbiologie in Twente en de Gelderse Achterhoek’.